De aanslag vond plaats op 10 november 2022 op een woning in Haaften. De jongens waren toen 16 en 17 jaar en dus minderjarig. De vuurwerkbom kwam terecht bij de voordeur en veroorzaakte veel schade aan de woning. Eén van de jongens verklaarde na zijn aanhouding dat hij sinds kort werkte als snorder (illegale taxi) en dat hij door een bekende was gevraagd voor een ritje. De andere jongen wilde in eerste instantie niet verklaren. Later verklaarde hij dat hij met de medeverdachte naar de woning ging en dat hij daar de vuurwerkbom gooide. Over het motief van de aanslag of over zijn opdrachtgevers verklaarde de jongen niet. De bewoners waren op het moment van de aanslag niet thuis.
Oplettende agent
De jongens reden samen in een auto naar Haaften. Kort voor het plegen van de aanslag verkenden zij de omgeving. Vervolgens gooide een van de jongens de vuurwerkbom naar de woning. De ander filmde alles met zijn telefoon. Na de explosie reden ze weer terug naar Den Haag. De politie kwam hen op het spoor, omdat een oplettende agent het kenteken van de auto had genoteerd. De auto stond in de omgeving van de even later getroffen woning op een opvallende manier geparkeerd. Op weg naar Den Haag werd het kenteken van de auto vervolgens herkend. De politie kon de jongens daardoor aanhouden.
Veroordeling
De rechtbank oordeelt dat de jongens samen schuldig zijn aan het opzettelijk teweegbrengen van de explosie door het gooien van de vuurwerkbom. De explosie had veel impact op de slachtoffers, een gezin met jonge kinderen. Ook was er sprake van veel materiële schade aan de woning. De gevolgen van het handelen van de jongens zijn groot en nog elke dag aanwezig voor de slachtoffers. Tijdens de zitting bracht de moeder van het gezin op aangrijpende wijze naar voren hoe haar gezin als gevolg van de aanslag wekenlang moest onderduiken in diverse safehouses. Over het motief van de aanslag hebben de jongens geen duidelijkheid kunnen of willen geven.
Jeugddetentie
Door de deskundigen zijn bij de jongens geen stoornissen vastgesteld. De delicten kunnen hen daarom worden toegerekend. Bij het bepalen van de straf is het voor de rechtbank van belang dat er sprake is van ernstige delicten met veel materiële en immateriële schade. Dat door de explosie geen gevaar is ontstaan voor de bewoners van de woning was niet te danken aan de jongens. Maar enkel aan het feit dat het gezin op dat moment niet thuis was.
De rechtbank vindt voor de jongen die de vuurwerkbom naar de woning gooide een jeugddetentie van 421 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, passend. Hij had al een strafblad voor een geweldsdelict.
Aan de jongen die de auto bestuurde en de explosie filmde legt de rechtbank een jeugddetentie van 283 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, op. Deze straf is hoger dan geëist door de officier van justitie omdat de rechtbank een kortere jeugddetentie geen recht vindt doen aan de ernst van wat er gebeurd is.
Bijzondere voorwaarden
De rechtbank verbindt voor allebei een proeftijd van 2 jaar aan het voorwaardelijk strafdeel. Daarbij worden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering, een gebiedsverbod en een verbod om onderling contact te hebben en contact op te nemen met de slachtoffers.
Schadevergoeding
Tot slot moeten de jongens een schadevergoeding van in totaal 85.946,27 euro betalen aan de benadeelden die om schadevergoeding hebben gevraagd. Het gaat hierbij om een vergoeding van 48.446,27 euro voor materiële schade, zoals de kosten van het herstel van de schade aan de woning en het treffen van veiligheidsmaatregelen. Daarnaast kent de rechtbank per gezinslid een vergoeding van 7.500 euro toe voor de immateriële schade die door de aanslag is veroorzaakt.