De man veroorzaakte op zaterdag 26 januari 2019 als automobilist een verkeersongeval in zijn woonplaats. Het 90-jarige slachtoffer was een voetganger met een rollator en liep als gevolg van deze aanrijding diverse verwondingen op. Op 2 februari 2019 overleed het slachtoffer aan complicaties van dit letsel.
Geen voorrang
Tijdens de zitting verklaarde de man dat hij het slachtoffer niet had gezien en dat hij bij het afslaan op de kruising niet de binnenbocht nam. De rechtbank stelt op basis van onder meer de verklaring van het slachtoffer en een getuigenverklaring vast dat de man niet alleen geen voorrang heeft verleend aan het slachtoffer, maar ook onvoldoende rechts heeft gehouden bij het afslaan. De rechtbank oordeelt dat het handelen van de man als aanmerkelijk onvoorzichtig moeten worden beschouwd en het ontstaan van het ongeval aan zijn schuld te wijten was.
Verantwoordelijkheid genomen
De rechtbank stelt bij de strafbepaling voorop dat de man niet met opzet heeft gehandeld. Volgens de rechtbank moet er wel een straf moet worden opgelegd, omdat de man als bestuurder van een auto onvoldoende rechts heeft gehouden bij het afslaan. Daarnaast heeft hij het slachtoffer geen voorrang verleend en onder de omstandigheden van die avond – het was donker en het regende – had de man beter moeten opletten.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat de man nog nooit eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Ook weegt de rechtbank mee dat hij na het overlijden van het slachtoffer op bezoek is gegaan bij de nabestaanden en zijn excuses aan hen heeft aangeboden. Hij heeft daarmee aangetoond dat hij verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. De straf die de rechtbank oplegt is gelijk aan de eis van de officier van justitie.