De chauffeur haalde op 15 april 2019 met zijn vrachtwagen het slachtoffer op de fiets in. Daarbij sneed hij de fietser waardoor hij ten val kwam. Het 76-jarige slachtoffer liep daarbij zwaar letsel op. Ook lag het slachtoffer enige tijd op de intensive care van het ziekenhuis.
Ongeval schuld vrachtwagenchauffeur
Op de zitting verklaarde de man dat hij niets merkte van de aanrijding met de fietser. Hij ging er vanuit dat hij de fietser zonder problemen kon inhalen. Ook zei hij dat het slachtoffer misschien door eigen toedoen viel. De rechtbank stelt vast dat het inzetten van de inhaalmanoeuvre en het niet voortijdig afbreken daarvan door de vrachtwagenchauffeur ‘aanmerkelijk onvoorzichtig’ was. De rechtbank vindt het ook bewezen dat het slachtoffer als gevolg van deze inhaalmanoeuvre ten val is gekomen. Het ongeval is dan ook aan de chauffeur te wijten.
Strafbepaling
Bij het bepalen van de straf stelt de rechtbank voorop dat de man niet met opzet het ongeluk veroorzaakt heeft. De rechtbank oordeelt wel dat hij gestraft moet worden. De man had als zeer ervaren bestuurder van een zwaar voertuig voorzichtiger moeten rijden. Doordat hij dit niet deed, is het slachtoffer zwaargewond geraakt. De man deed moeite om na het ongeval in contact te komen met het slachtoffer. Daarmee toont hij aan dat hij verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. De rechtbank houdt er rekening mee dat een straf waarbij de man niet zou mogen rijden verregaande consequenties zou hebben voor zijn werk en inkomen.
Straf conform eis
De rechtbank vindt de eis van de officier van justitie passend en neemt deze over. Aan het voorwaardelijke strafdeel zit een proeftijd van 2 jaar.