TIEL - De rechtbank oordeelt dat de omgevingsvergunning voor de bouw van een nieuw appartementencomplex in Tiel niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. De gemeente Tiel hield volgens de rechtbank voldoende rekening met de belangen van omwonenden. De bezwaren van de omwonenden over de hoogte en locatie van het appartementencomplex worden niet ondersteund door de geldende regelgeving en de studies die zijn gedaan vooraf aan het verlenen van de vergunning.


Het plan voor project ‘De Havenmeester’ is dat het een appartementencomplex wordt van bijna 24 meter hoog aan de Echteldsedijk in Tiel. Aan de overkant van de Echteldsedijk, op 25 tot 50 meter afstand staan al drie woontorens. Bewoners van een van die torens zijn het niet eens met deze plannen.

Zorgen omwonenden

De bewoners maken zich zorgen dat hun vrije uitzicht verdwijnt, dat er inkijk komt op hun woningen en dat het appartementencomplex schaduw zal geven op hun gebouw. De bewoners willen dat de appartementen verder weg van hun gebouw komt te staan. Daarnaast past de realisatie van een nieuw complex volgens hen niet in de beleidsvisie uit 2017 voor de binnenstad van de gemeente Tiel.

Bestemmingsplan als uitgangspunt

De rechtbank neemt het bestemmingsplan als uitgangspunt. Op het moment van de aanvraag voor de vergunning was het bestemmingsplan Binnenstad uit 2008 van toepassing. Volgens de regels van het bestemmingsplan mag op de locatie van De Havenmeester worden gebouwd tot een maximale hoogte van 20 meter. De Havenmeester wordt bijna 24 meter hoog en overschrijdt dit maximum. Ook wordt De Havenmeester groter dan het bouwvlak in het bestemmingsplan.

Gemeente mocht vergunning verlenen

De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de gemeente voldoende gemotiveerd heeft dat de overschrijdingen in hoogte en omvang passend zijn. De rechtbank vindt dat de gemeente dit voldoende doet.

De gemeente mocht de vergunning verlenen voor de beoogde locatie, omdat het bestemmingsplan op deze locatie een woongebouw toestaat. Verder liet de gemeente met een simulatie laten zien dat er weinig verschil in uitzicht en zon is tussen wat gebouwd mag worden volgens het bestemmingsplan en de plannen voor het nieuwe complex. De overschrijding van wat op basis van het bestemmingsplan mag leidt daarom niet tot (te) zware benadeling van de omwonenden.

Wat betreft het gemeentelijk beleid uit 2017, volgens de gemeente wordt dit beleid niet meer toegepast. Voor de rechtbank is dit voldoende, omdat het bestemmingsplan leidend is en niet de beleidsplannen. Dit betekent dat de verleende omgevingsvergunning in stand blijft.